Autonome basisgroepen

Als massastructuren verbinden autonome basisgroepen de specifieke informele anarchistische organisatie met de sociale conflicten.

De autonome basisgroep is geen volledig nieuwe organisatievorm. De voorbije jaren zijn er in verschillende gebieden succesvolle projecten in die richting geweest.

Wij denken dat de revolutionaire strijd zonder enige twijfel een massastrijd is. Daarom zien wij de noodzaak om structuren die zoveel mogelijk groepen uitgebuitenen organiseren op te bouwen.

We hebben het syndicalistische perspectief altijd kritisch bekeken, omwille van zowel haar beperkingen als instrument als de tragische historische evolutie waar geen enkel anarchistisch likje verf iets kan van opsmukken. Wij zijn dus gekomen tot de uitdaging om autonome basisgroepen op te bouwen die niet geteisterd worden door de kenmerken van syndicalistische mini-structuren die andere doelen en organisatorische relaties hebben.

Doorheen deze structuren hebben we ons gewaagd aan pogingen om de specifieke anarchistische bewegingen te linken aan de sociale conflicten en botsingen. We zijn echter op een aanzienlijke barrière van terughoudendheid en onbegrip bij vele kameraden gestuit, en dat is een serieus obstakel gebleken in de realisatie van deze organisatorische methode. Het is tijdens de momenten van actie dat de verschillen tussen kameraden komen bovendrijven, die nochtans allemaal principieel akkoord gaan met de anarchistische propaganda, de strijd tegen de Staat, het zelfbeheer en de directe actie. Als we binnentreden in de wereld van de organisatie moeten we echter een project uitbouwen dat in verband staat met het huidige niveau van de klassenstrijd.

Wij denken dat omwille van diepgaande sociale veranderingen het ondenkbaar is dat één enkele structuur alle sociale en economische gevechten kan incorporeren. In elk geval: waarom zouden de uitgebuitenen deel moeten worden van een specifieke anarchistische organisatie om hun strijd te kunnen voeren?

Een radicale verandering van de samenleving kan alleen maar bereikt worden door een revolutie. Het is daarom dat wij proberen te interveniëren met een opstandig project. De conflicten van morgen zullen alleen maar een positieve uitkomst hebben als de relatie tussen de specifieke informele anarchistische structuur en de massastructuur van de autonome basisgroepen is verduidelijkt en in praktijk wordt gebracht.

Het belangrijkste doel van de autonome basisgroep is niet om de Staat of het Kapitaal te vernietigen. Die zijn immers praktisch gezien niet aan te vallen zolang ze een algemeen concept blijven. Het doel van de basisgroep is om te vechten tegen de Staat en het Kapitaal, door hun kleinere en meer bereikbare structuren aan te vallen. Dat is de methode van de opstand.

Autonome basisgroepen zijn massastructuren en vormen het punt van ontmoeting tussen de informele anarchistische organisatie, de sociale strijd en de sociale conflicten.

De interne organisatie van de basisgroep onderscheidt zichzelf door de volgende kenmerken:
a. autonomie: onafhankelijkheid tegenover elke politieke en syndicale kracht.
b. permanente conflictgerichtheid: een constante en effectieve strijd in de richting van de doelen waarover beslist is, geen sporadische occasionele interventies.
c. aanval: de weigering van compromissen en doodknuffeling die de aanval tegen het gekozen objectief in vraag stelt.

Wat de doelen betreft: hierover wordt beslist naargelang de repressieve, militaire en productieve structuren. De doelen krijgen vorm in de permanente conflictgerichtheid en de aanval, die van fundamenteel belang zijn.

Deze aanvallen worden georganiseerd door de basisgroepen in samenwerking met de specifieke anarchistische structuren die praktische en theoretische steun bieden. De anarchistische structuren ontwikkelen de zoektocht naar de middelen die nodig zijn voor de actie, duiden de structuren en individuen die verantwoordelijk zijn voor repressie aan en bieden een minimum aan verdediging tegen pogingen van politieke of ideologische recuperatie door de macht en tegen de brute repressie.

Op het eerste zicht lijkt de relatie tussen de specifieke anarchistische organisatie en de autonome basisgroep misschien contradictoir. De specifieke structuur volgt een opstandig perspectief, terwijl de basisgroep in een nogal andere dimensie schijnt te vertoeven – in de dimensie van de intermediaire strijd. Maar deze strijd blijft maar intermedair aan het begin. Als de analyse waarop het project gebaseerd is samenvalt met de belangen en verlangens van de uitgebuitenen in de situatie waarin ze zich op dat moment bevinden, dan is een opstandige uitkomst van de strijd mogelijk. Deze uitkomst is natuurlijk niet zeker: ze kan door niemand gegarandeerd worden.

Deze methode is ervan beschuldigd onvolledig te zijn en het feit dat een aanval op een of meer structuren altijd resulteert in het verhevigen van de repressie te negeren. Onze kameraden kunnen deze bezwaren wikken en wegen. Wij denken dat het nooit mogelijk is om de uitkomst van een strijd te voorspellen. Zelf een beperkte strijd kan de meest onverwachte consequenties hebben. En in elk geval kan de overgang van verschillende opstanden - beperkt en omlijnd - naar een revolutie nooit gegarandeerd worden, niet door voorspellingen en niet door procedures. We gaan vooruit met trial and error, en we zeggen aan iedereen die een betere methode heeft: doe voort!

Uit: Insurrection, nummer 4, mei 1988.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License