De man bij het raam

Jarenlang woonde ik in een klein dorp; een normaal leven, zoals men zegt. School, een baan en veel tijd om aan mezelf, m’n interesses, m’n passies en geneugten te besteden.
Ik zag de wereld door een raam, als een film vol beelden, sommige triest, andere vreugdevol, zonder dat het teveel indruk op me maakte hoewel wat er om me heen gebeurde gewoon het onvermijdelijke scenario was van het leven dat voorbijging.
Vanuit mijn raam keek ik naar het leven van andere mensen en zag hen alsof ze een venster om het mijne waren. Laten we zeggen dat ik te druk bezig was mijn eigen leven te leiden om me te interesseren voor dat van anderen.
Maar ik besefte dat er iets verkeerd zat en dat was ook waarom ik niet verbaasd was toen er mensen protesteerden bij mijn raam of wanneer een gebeurtenis de monotonie van mijn dagen verstoorde. De nieuwsgierigheid en aantrekking die ik voelde voor hen die het landschap van het dagelijkse leven wilden veranderen, dwong me deze mensen op te zoeken, naar ze te luisteren en ervaringen met ze te delen.

Uiteindelijk besefte ik dat ik iets moest doen om de ellende die ik vanuit mijn raam zag, ervan te weerhouden op onherstelbare wijze mijn leven binnen te dringen. Dus sloot ik me aan bij degenen die ik had ontmoet waardoor het leven rondom ons een avontuur werd dat het waard was samen te leven, zonder wetten, privileges of gepriviligeerde personen.

Ik kreeg samen met de anderen die zeker maar met een paar waren in vergelijking met de bevolking van ons dorp, te maken met allerlei problemen en onderwerpen. En we probeerden concrete oplossingen te vinden die zich uiten in ons dagelijkse leven naast onze discussies en voorstellen. We verzamelden en verspreidden informatie vooral over de meest verborgen en lelijkeste aspecten waarop de collectieve ellende die ons opgelegd werd, gebaseerd was: we betoogden in de straten en vochten met degenen die ons daarvan wilden weerhouden van, we probeerden te strijden tegen elke vorm van misbruik of we maakten in ieder geval duidelijk dat niet iedereen passief zou aanvaarden wat de macht ons wilde opleggen.
We hadden misschien erg bescheiden middelen maar we waren gewapend met onze standvastige verlangens en de sterke overtuiging dat er iets, zelfs al was het maar in ons kleine dorp, nooit meer hetzelfde zou zijn of zoals de autoriteiten het gepland hadden. We deelden enthousiasme, ideeën en prakijkten voor een behoorlijk lange tijd, wat me tevens de mogelijkheid bood om mijn horizon, ver voorbij de grenzen van mijn kleine dorp, te verbreden en mensen en situaties te leren kennen die vergelijkbaar waren met wat ik ervaarde. Ik besefte dat grote ervaringen niet meer zijn dan de uitkomst van kleine dagelijkse ervaringen: kleine rebellieën halen kracht en moed uit de grotere en geven die samenhang, concreetheid en realiteit.
Toen viel het mozaïek stap voor stap uit elkaar en namen we afstand van elkaar. Sommigen namen ook afstand van zichzelf omdat ze op zoek waren naar een behoorlijke plek in de wereld die ondanks onze inspanningen niet veranderde.

De situatie rondom ons stortte ineen: aan de ene kant was er de meest vastberaden oppositie tegen onze eisen, aan de ander kant werd er gewetenloos gebruik gemaakt van onze acties en ideeën die werden gebruikt om de ellende te vernieuwen, te perfectioneren en te reproduceren voor toekomstige generaties. Er werd ons de kans geboden een actieve rol te spelen in dit ontwikkelingsproces van het bestaande; de gematigde stem van de opstand bijvoorbeeld, en niet weinigen van ons aanvaardden dat. Natuurlijk waren zij niet de eersten die overliepen naar ‘de andere kant’, noch waren zij de laatsten. Het is geweten dat macht en de kruimels die het kan verspreiden, aantrekkelijk zijn voor diegenen die de ladder naar succes willen beklimmen of simpelweg nooit echt hebben geloofd in de dromen waar ze ooit over opschepten.
We bleven met erg weinig over, de sterken en de properen. Uiteindelijk waren we niet meer zo sterk en waren we niet langer proper. Integendeel, we waren vies… van onmacht, spijt, gebrek aan een horizons om ons te stimuleren… vies van droef en slecht drinken en van menselijke miserie, groot en klein. Iemands lichaam en geest verging met behulp van psychoactieve mengelingen voor ze in de afgrond van twijfel en wanhoop stortten, ver van de opwinding van vrijheid die hen ooit had geraakt. Voor de weinigen die overbleven, verloren de ontradingstechnieken van de ordehandhavers zowel de formaliteiten van het recht als de trucks van het cultureel-democratische theater. Zolang jeugdige uitbundigheid gerecupereerd en gerecycleerd werd tot kalmere meningsvormen, werden zij die nog steeds op de weg van rebellie waren gewoon gezien als een kwestie van publieke veiligheid, een bedreiging voor de rust van het dorpje. Er werd de onderdrukkers daarom meer macht gegeven om hen te kunnen vervolgen.

Wat bleef er nog over van onze hoop en projecten waarvan we dachten dat die de toekomst zouden verlichten?

Ik had terug kunnen gaan naar mijn raam, om te wachten op onverwachte gebeurtenissen die de situatie zouden veranderen. Maar er smeulde daarbuiten nog steeds iets en het was het waard ervoor in beweging te komen, zelfs dicht bij mijn dorp, om een glimp van hoop te kunnen onthullen in de duisternis die me dag na dag omsloot.
Dus vertrok ik, op zoek naar het enthousiasme en de inzet die om mij heen jammer genoeg aan het verdwijnen was. Maar uiteindelijk besefte ik dat mijn verwachtingen over de vernietiging van het bestaande niet werden gedeeld door de mensen om mij heen. Velen van hen waren blij met een paar woorden, met milieu van relaties, die hen de illusie tegen vervreemdende en verwoeste maatschappij gaven. Als gevolg wierpen de projecten en initiatieven die uitgevoerd werden niet werkelijk het dagelijks leven omver, zelfs als de ideeën, gedragingen en praktijken er nog steeds waren.
Ik kwam terug bij mijn raam en zwierf rond langs de horizon, op zoek naar een nieuwe prikkel, een klein teken om opnieuw te beginnen. Maar meestal zag ik in de straten de kleur van de uniformen die met een duidelijk antwoord kwamen.
Ondertussen ging ik door met mijn kleine acties en probeerde mezelf ervan te overtuigen dat mijn gevoel en hoop niet vertroebeld waren door de duisternis uit mijn dorp. In feite was het een uiting van verzet en het bewijs dat dingen gedaan kunnen worden zelfs al gingen velen niet verder dan dat. Maar ondanks de vele berichten die ik verspreidde in de wind, was mijn eigen stem de enige echo.
Het was een tamelijk absurde situatie… Ik was op zoek naar wegen om samen te bewandelen met anderen, zelfs als dat inhield dat ik mijn spanning en vaardigheden moest aanpassen aan anderen. Uiteindelijk was er geen antwoord, slechts frustratie, aangezien ik mijn aspiraties had verlaagd tot een dimensie die de mijne niet was.

Tot wat was ik aan het verworden? Misschien een priester op zoek naar zieltjes of eerder een spook of schaduw die tegen de muur oploopt terwijl anderen niet dichterbij willen komen. En wanneer ik echt wrokkig was, zei ik dat ik was veranderd in een slachtoffer van de pest, dat ongeluk bracht, omdat ik een gezworen vijand van orde was. Uiteindelijk concentreren de repressieve krachten hun aandacht op de weinigen die niet opgeven, gezien het feit dat ze niet veel andere doelwitten over hebben. Ik maakte een keuze. Ik zou het onvermijdelijke feit dat ik werd bespioneerd niet accepteren, noch zou ik mijn aspiraties en acties niet meten naar wat de opgelegde omstandigheden voor elkaar kregen. Controle en dwang verstoren ons leven al genoeg, ik vond het onacceptabel om mijn eigen controleur te worden.

Dus besloot ik mezelf niet langer te laten opsporen. Ik besloot dat mijn tijd, ruimte en ervaringen het niet verdienden om voer te worden voor de eetlust van mijn vijand. Toen ik deze keuze maakte wist ik dat het een avontuur zou zijn dat niet noodzakelijk het einde was, maar dat me in een nieuwe, unieke en onveranderlijke situatie zou brengen, waarin ik mijn verlangens en activiteiten zou koesteren. Ik zat liever in een parallelle dimensie die me de mogelijkheid bood te zoeken naar compleetheid en vrijheid van beweging die mij ontbeerde: andere plaatsen, andere instrumenten en andere omstandigheden om mijn ideeën, die mijn leven al zolang hadden getekend, te kunnen blijven beklemtonen.

Soms kom ik terug bij het raam, maar ik weet dat mijn zicht veel verdere horizons bereikt dan die ik in het begin kon zien.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License